vrijdag 24 mei 2013

De Stille kracht


 

Beste lezers,

 
Jarenlang dachten wij dat de Nederlandse literatuur uitsluitend om de Tweede Wereldoorlog en seks draaide. Ondanks het succes van Max Havelaar, hebben scholieren zoals wij vaak niet door dat deze literatuur ook leeft: romans over de Nederlandse kolonie, Nederlands-Indië. De afgelopen weken hebben wij het boek De stille kracht, geschreven door Louis Couperus, gelezen. Dit boek verliep niet zoals wij van tevoren hadden gedacht. Het was een avontuur, een wilde rit in het leven van Van Oudijck en zijn merkwaardige gezelschappen.

In dit bericht geef ik jullie een samenvatting over dit boek. Ik ga jullie wat vertellen over de historische achtergrond van het boek. Ik vertel jullie ook kort wat over het leven van de auteur.   

 
Samenvatting
De Stille Kracht gaat over de resident van Laboewangi, Otto van Oudijck. Hij woont daar samen met zijn vrouw, Léonie van Oudijck, zijn zoon uit zijn eerste huwelijk, Theo, en zijn dochter Doddy, en nog twee kleine zoontjes. Doddy heeft een relatie met Addy, een jongen uit het dorp. Van Oudijck gaat zo op in zijn baan dat hij niet doorheeft dat zijn vrouw een affaire heeft met Theo én Addy, maar die weten dit natuurlijk niet van elkaar.

Het dorp waarvan Van Oudijck de baas is wordt geplaagd door de zogenaamde ‘stille kracht’. De bewoners van het dorp geloven dat deze stille kracht bestaat om de Nederlanders uit de regio te verjagen. Als Van Oudijck de regent uit het dorp ontslaat omdat hij van mening is dat de regent zich onbeschoft gedraagt, fluistert het hele dorp dan ook dat de stille kracht uiteindelijk zijn werk zal doen. Als Van Oudijck dit hoort, gelooft hij daar helemaal niks van. Maar op het moment dat er werkelijk aparte dingen gebeuren in het huis van de familie, gaat iedereen weg. Van Oudijck blijft maar voor verklaringen zoeken, maar uiteindelijk moet ook hij dat opgeven.
De dorpelingen zeggen dat al de gebeurtenissen de schuld zijn van de (ontslagen) regent, en dat hij het ook weer kan stoppen. Als Van Oudijck de regent waarschuwt houden de vreemde gebeurtenissen apart genoeg op en gaat het leven verder. Van Oudijck komt achter het vreemdgaan van Léonie met Addy, maar Léonie redt de situatie nog net door te zeggen dan Addy alleen maar op visite was om  de hand van Doddy te vragen. Even lijkt alles goed te komen, tot Van Oudijck Léonie betrapt. Van Oudijck verbreekt het huwelijk en Léonie vertrekt naar Europa samen met de twee kleine zoontjes.

Aan het eind van het boek ziet Van Oudijck een man in een wit pak die achter Doddy en Addy aanloopt. Hij heeft dit al eerder gezien en trekt dan ook de volgende conclusie:

De stille kracht is terug.



Historische Achtergronden

Toen Couperus in 1921 in Engeland gehuldigd werd, rekende iemand hem het tot de zes grootste schrijvers van die tijd. Met dit nam Couperus zijn plaats in  het geheel van de wereldliteratuur. Zijn meesterwerk 'De Stille Kracht' is een goed voorbeeld naar waarom hij gehuldigd werd in Engeland. In deze historische roman beschrijft Couperus de spanning die er ontstond tussen de Oosterse en Westerse cultuur op Nederlands-Indië in de 19e eeuw. De historische achtergrond van het boek wordt in deze sectie behandeld.

Nederlanders tegen Indiërs       

Tegen het eind van de 19e eeuw, de tijd waarin het boek zich afspeelt, is de relatie tussen de Nederlanders en de kolonie gespannen. Na het wonder van Deli en de afschaffing van de cultures, was het een onwennige periode in Nederlands-Indië. Ook waaide de beruchte Atjeh-oorlog al sinds 1873 en nam het aantal Europeanen op Nederlands-Indië drastisch toe, zowel als de bevolking van de oorspronkelijke Indische bevolking. Hierover tegenover stond wel dat het vanaf 1870 tempo doeloe was. Kortom, het was een tijd van veel tegenstrijdigheid in Nederlands-Indië.
Deze tegenstrijdigheid is typerend voor deze tijd in de geschiedenis. Het is dan ook goed weergegeven in het boek van Couperus. Hij laat vaak in het boek blijken dat er een groot verschil is tussen de rijke Nederlanders en de arme oorspronkelijke bevolking van Nederlands-Indië. In het boek wordt het duidelijk gemaakt dat de Indonesiërs vaak als hulp werden gebruikt in het huishouden en beschouwd werden als minderwaardige mensen, terwijl de rijke Nederlanders extravagante levens leiden met heel veel overspel. Op deze manier laat Couperus het verschil tussen arm en rijk duidelijk zien.

Pasar Malam

Één van de eerste incidenten uit het boek waaruit blijkt dat de Nederlanders de inheemse bevolking niet goed begreep was de pasar malam markt, een soort avondmarkt. Dit werd op de verkeerde datum gehouden. Ook al is dit niet een waargebeurd evenement, is het wel symbool voor het onbegrip tussen de twee volken die samen in één land wonen.

Een goed voorbeeld hiervan is dat de Nederlanders de behoeftes van de Indonesiërs niet snapten. Dit is te merken aan de hoeveelheid relletjes en opstandjes die plaatsvonden tussen 1880 en 1900. De Nederlanders waren zich niet bewust, of negeerde bewust, van de problemen die de gewone Indonesiër had, en konden dus ook niet goed regeren. Op deze manier heeft Couperus beschreven hoe Nederland jarenlang de spreekwoordelijke pasar salam markt op de verkeerde datum heeft gehouden.

Seks

De vele seks en overspel in het boek symboliseerde het egoïsme en hebzucht van Nederland in de 19e eeuw. De vrouw van Van Oudijck gaat meerdere malen vreemd met meerdere mensen. Couperus gebruikt haar dus om te laten zien dat Nederland alleen aan zich zelf denkt. De kolonie werd alleen gezien als een toevoeging op de Nederlandse schatkist. Door het egoïsme van Van Oudijcks vrouw te uiten in seks laat de schrijver zien hoe belangrijk Nederland het vond om zichzelf te voorzien van geld en genot. Het lijkt erop dat Couperus meent te zeggen dat het hebben van een kolonie uit pure hebzucht ontstaat.

Wij geloven dat Couperus seks in het boek gebruikte als een politiek wapen omdat we uit ons standplaatsgebondenheid kunnen zien dat er na het publicatiejaar van 1900, er veel acties zijn ondernomen die uiteindelijk de ondergang van de kolonie zou betekenen. Voorbeelden hiervan zijn de afkondiging van de ethische politiek in de troonrede van 1901 en het invoeren van de decentralisatiewet. Wij geloven dat De stille kracht enigszins invloed op deze besluiten heeft gehad omdat het boek op slag populair werd. Hierdoor zou het bewust of onbewust meegenomen zijn in het besluitvormingsproces van de decentralisatiewet en het afkondigen van de decentralisatiewet.


Ontvangst van het boek

De stille kracht werd bij het uitgeven op slag een immens populair boek. Het wordt tegenwoordig nog steeds gezien als één van de grootste Indische romans, samen met Max Havelaar van Multatuli. Het boek werd vooral geprezen vanwege de thema's en motieven die het behandelt, die zo aangrijpend zijn voor de Indische literatuur. Enkele van deze thema's en motieven zijn al eerder in dit hoofdstuk beschreven. Van de onderlinge relaties binnen de koloniale heersend klasse en de verhoudingen tussen de Nederlanders en de Indiërs, tot de opkomst van de islam en de feodale sfeer in het deftige Batavia, allemaal zijn zij uniek voor de Indische literatuur. Couperus zou zelf na de verschijning van De stille kracht nog enkele boeken schrijven over Indië. Helaas werd geen van zijn boeken zo populair als De stille kracht.


 
Biografie Louis Couperus

Couperus is één van de Nederlandse grootste romanschrijvers geweest. Na de roman Eline Verre publiceerde hij behalve reisimpressies en verhalen veel historische en psychologische romans. Couperus bracht een groot deel van zijn leven buiten Nederland door. Zijn uitspraak ‘Zo ik iets ben, ben ik een Hagenaar.’ is erg bekend geworden. Zijn werk is ook bij buitenlandse schrijvers, zoals Oscar Wilde erg bekend geworden.


 

Ik heb op internet nog een hele goede recensie gelezen over de Stille kracht. Het is geschreven door Joop van der Berg en gepubliceerd in de Trouw.

Ik hoop dat ik jullie veel informatie heb kunnen geven en dat het allemaal duidelijk was!



De donkere kamer van Damokles

 




Hallo lieve lezers,

Onlangs heb ik het boek de Donkere kamer van Damokles gelezen. Een boek waar je nog lang over blijft denken na het lezen ervan. Hier kun je een goede samenvatting vinden en heel veel informatie over de grote en bekende schrijver: Willem Fredrik Hermans. In dit bericht geef ik jullie een korte analyse van het boek.

De donkere kamer van Damokles is een psychologische (oorlogs) roman. Het boek is verdeeld in ongenummerde hoofdstukken, zonder titel. Het boek begint gelijk met een verhaaltje uit de jonge levensjaren van de hoofdpersoon Osewoudt. Het boek eindigt met zijn dood.

Titel

De titel van het boek is De donkere kamer van Damokles. Dit past goed bij het boekt boek. De donkere kamer slaat op de kamer waar Osewoudt foto's ontwikkelt.Ook slaat de donkere kamer op eenzaamheid, op onzekerheid, isolement en de cellen waar Osewoudt verbleef.
Damokles verwijst naar een mythologisch figuur. Damokles is een dienaar van Dionysius en wil voor een dag de macht van zijn heerser. Dus Damokles mag dan voor deze ene dag op de troon van Dionysius zitten en geniet van alle rijkdom, maar dan zegt Dionysius hem omhoog te kijken en daar ziet hij boven zijn hoofd een zwaard aan een paardenhaar hangen. Dit zwaard boven zijn hoofd staat voor de constante dreiging die boven geluk en rijkdom hangt.
Met betrekking tot de roman kun je zeggen dat ook in Osewoudt’s leven er een constante dreiging bestaat.

Motto

Het boek heeft geen motto, maar wel een naschrift. Het is geschreven door Ludwig Wittgenstein:

“Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is.
Men zou kunnen willen zeggen: ‘Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.’
-Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat”

Dit slaat op Osewoudt die maar niet kan aantonen dat Dorbeck bestaat. Osewoudt kan Dorbeck nergens meer vinden. Hij kan geen bewijs meer vinden dat Dorbeck leeft of ooit heeft geleefd. Zelf gelooft Osewoudt er wel in dat Dorbeck heeft geleefd.

Genre

De donkere kamer van Damokles is een psychologische (oorlogs) roman.
 
Thema en motieven

Het thema van het boek is: zelf de werkelijkheid weten en vervolgens die werkelijkheid niet kunnen aantonen. De eerste helft van het boek is eigenlijk een voorspel van het tweede gedeelte. Het eerste gedeelte gaat over de werkelijkheid, en het tweede gedeelte over het niet kunnen aantonen van die werkelijkheid. Als je iets wilt bewijzen wat je niet hebt gedaan, en niemand gelooft je, en je kunt niemand iets bewijzen, is dat toch behoorlijk frustrerend. Bij Osewoudt eindigde die frustratie in de dood. Maar het thema sprak mij wel aan, vooral omdat je je wel in kon leven in het verhaal. Op het laatst wist je toch niet echt of Dorbeck nou wel of niet bestond.

Een paar motieven in dit boek zijn oorlog, de tram, het bordje, foto’s en de Leica, zusterhaat, zoeken naar eigen identiteit en wanhoop. De tweede wereldoorlog is waar alles om draait in het boek. Als dat nooit was gebeurd zou Hermans dit boek waarschijnlijk niet hebben geschreven. Elke keer in het verhaal komt de tram weer terug en vaak staat het bordje INHALEN VERBODEN bij. Het slaat op de achterstand die Osewoudt heeft op zijn leeftijdsgenoten, hij zal hen ook nooit inhalen, het lijkt zelfs verboden. Ook de Leica( fototoestel) van Osewoudt en de foto’s zijn een belangrijk motief. Deze komen elke keer terug, en zijn erg belangrijk voor Osewoudt om zijn onschuld te bewijzen.


Wanhoop is een belangrijk motief aan het einde van het boek. Osewoudt is dan namelijk wanhopig op zoek naar bewijzen voor zijn onschuld, hij is zelfs zo wanhopig dat hij zijn eigen dood op zoekt, uit wanhoop rent hij het gebouw uit waarin hij opgesloten zit, daarom vermoorden de Nederlanders hem.
Een verassend motief in het boek is zusterhaat. Ria, de vrouw van Osewoudt, staat symbool voor Hermans’ zus. Hermans haatte zijn zus zoals Osewoudt Ria haat.

Opbouw

Het boek begint met het leven van de jonge Osewoudt, en eindigt met de dood van deze hoofdpersoon. Het boek heeft dus een gesloten eind. Het boek is wel in chronologische volgorde verteld, er zaten geen flashbacks en flash forwards in het verhaal, Het verhaal heeft wel een boeiende werking op me gehad, want ik wou wel graag weten hoe het nou met Dorbeck zat.

Personages

Hoofdpersoon is Henri Osewoudt, hij is zoon van sigarenwinkelier in Voorschoten. Zijn moeder vermoordde zijn vader. Hij is opgevoed door zijn oom. Hij heeft weinig contact met anderen. Hij trouwt met zijn zeven jaar oudere en lelijke nicht Ria. Osewoudt doet aan judo. Hij is lelijk, heeft een hoge stem en geen baardgroei. Hij is afgekeurd voor militaire dienst. Hij speelt de rol van verzetsheld. Hij interpreteert de gebeurtenissen op een geheel eigen wijze. Opdrachten van Dorbeck voert hij blindelings uit. Dorbeck is het "geslaagde" exemplaar van Henri, zijn "ideale ik" (dapper, zwart haar enz.)
Jagtman lijkt op Dorbeck, hij is ook officier in het leger. Hij woont op het adres waar Osewoudt zijn foto’s naar moest sturen.
Ria is Henri's zeven jaar oudere, lelijke nicht met wie hij getrouwd is.
Marianne is een ondergedoken joodse studente, die op Henri verliefd raakt en andersom. Aan het einde van het boek gaat ze terug naar Israël.
Moorlag was een student die bij Osewoudt in huis sliep.
Met de meeste bijpersonen kan Osewoudt het wel vinden. Behalve van zijn oom Bart moet hij niet veel hebben.
Ria, zijn vrouw, mocht ook hij niet, omdat zij hem had verraden en omdat zij lelijk was. Daarom werd zij vermoord.

Perspectief en vertelsituatie

Het is een personale roman, verteld door een alwetende verteller.

Ruimte

Het verhaal speelt zich af in veel Nederlandse plaatsen: Leiden, Voorschoten, Amsterdam, Den-Haag, Scheveningen en een korte tijd in Engeland. Deze plaatsen hebben geen invloed op het verhaal. Wel is de omgeving waar het verhaal zich afspeelt vaak donker, en somber.


Taalgebruik en stijl

De zinnen in het boek zijn niet al te lang, en goed te begrijpen. Er werden niet veel moeilijke woorden gebruikt. Af en toe wel eens oud-Nederlandse woorden, zoals bijv. Fournituren. Er zitten veel dialogen in het verhaal, vooral aan het eind. Hij moest veel verhoren ondergaan met Duitse officiers en de Nederlanders die hem gevangen hielden. Het verhaal is boeiend geschreven, want je wou wel graag doorlezen aan het eind van het verhaal, om te weten hoe het afliep.

Mening

Het was een goed boek om te lezen. Het thema was niet al te makkelijk, maar ondanks dat was alles wel te begrijpen. Ik kon me goed inleven in het verhaal, en leefde ook met de hoofdpersoon mee aan het eind van het boek. Ik had een ander eind verwacht, dat de foto uitkomst zou bieden, maar dit was niet het geval. Het was wel een dik boek, maar toen ik eenmaal begon te lezen merkte ik daar niet meer veel van. Daarom zou ik dit boek ook aanbevelen bij mijn medeleerlingen, vooral als ze een goed boek willen lezen.
 
Het boek is ook verfilmd. Hieronder kunt u de trailer bekijken.