dinsdag 30 oktober 2012

Van de koele meren des doods

Beste lezers,

Onlangs heb ik het boek Van de koele meren des doods gelezen. Het boek Van de koele meren des doods gaat over het leven van een vrouw: Hedwig Margade Fontayne. Ze groeit op in de 19e eeuw in een Hollandse provinciestad. In het boek wordt haar leven van jongs af aan tot haar dood beschreven. Alles wat die zij mee maakt wordt op een psychologische manier beschreven.

 
Ik heb drie stukken genoteerd die ik raar en heftig vindt.

··   Hedwig krijgt een briefje van Johan: 'Wil je onze laatste wandeling nog eens overdoen? Dan zal ik je je zin geven.' 's Nachts droomt ze dat hij in haar kamer is. De volgende dag vindt ze hem op de afgesproken plaats, hij heeft zich met een pistool van het leven beroofd. In zijn hand houdt hij een briefje: 'Nu heb je dan je zin.'

Dit vind ik zo een heftig stukje. Een man die zo hopeloos verliefd is op een vrouw dat hij niet meer weet hoe hij moet leven. Ik vind dat Hedwig Johan had moeten vertellen dat zij hem zag als een vriend niet als een geliefde. Zij heeft hem heel lang laten voelen dat zij hem ook leuk vond, Ik vind dat zij indirect schuldig is voor zijn dood. Als zij hem niet zo had laten ‘afglijden’ in zijn liefde voor haar dan had hij nog een gelukkig leven kunnen hebben. Ze had het nooit zo ver moeten laten komen. Ik heb medelijden met Johan. Hij is nu wel verlost van zijn verdriet om de liefde die hij niet kreeg. Het geeft hem ook rust maar dat dat op zo’n manier moest vind ik treurig.

·     Hedwig schrijft Ritsaard een brief en bekent Gerard dat ze Ritsaards minnares is geweest. Als Gerard dreigt Ritsaard te zullen doden, snijdt ze zich in het bad in haar polsen. Gerard vindt haar. Als ze buiten levens gevaar is, verlaat hij het huis. Hij laat een briefje achter waarop staat dat Ritsaard en Hedwig zijn huis moeten verlaten. Ze gaan nu naar Londen.

Ik vind dat Gerard veel te heftig reageert. Iemand hoeft toch niet gelijk dood?! Hedwig raakt zo overstuur dat ze zichzelf van kant probeert te maken. Dit vond ik daarom ook weer heel erg heftig. Ik vind dood altijd zo’n apart iets maar het zelf doen… Het gaat er bij mij niet zo goed in waarom je dat nou zou doen. Eigenlijk ben ik wel blij dat k dat niet goed kan begrijpen en me niet in zo’n situatie kan verplaatsen want ik heb wel een gelukkige situatie thuis en voel me vrolijk in het leven. Ik hoop dat ik nooit in een soort psychose zal komen als dat van Hedwig.

·     Het apartste stukje vind ik dat Hedwig met haar dode kind in haar koffer naar London gaat. Want je kunt toch niet een lijk in een koffer stoppen, dat doe je toch niet. Ik heb erover nagedacht en ik snap wel dat Hedwig het kindje aan de vader wilde laten zien maar je gaat toch niet een lijk in een koffer stoppen. Het kindje is dood en ze moet begraven worden. Hoe lastig het ook is voor Hedwig. Ze wil het kindje aan de vader laten zien, omdat die haar nog niet heeft gezien. Dat is gewoon de schuld van de vader want hij is niet komen opdagen terwijl hij wist dat het kindje geboren was en ziek was. Dan is het gewoon pech voor de vader. En Hedwig moet haar kindje gewoon begraven vind ik.

 

Frederik van Eeden

 

Dit boek gaat dus over Hedwig Marga de Fontayne, een zeer gevoelige en intelligente vrouw, die haar emoties niet kan of wil koppelen aan de realiteit. Het boek is geschreven door Frederik van Eeden. Zijn ouders, Frederik Willem (geb. 1829) en Neeltje van Warmelo (geb. 1833) waren toen vier jaar getrouwd en hadden al een zoon, Johan (geb. 1875). Frederik Willem had de bloembollenkwekerij van zijn vader overgenomen, maar besteedde zijn tijd liever aan kunst- en wetenschapsbeoefening. Hij was dichter en deed aan filosofie (hij had een grote bewondering voor Schopenhauer en Nietzsche). Van hem moet de kleine Frederik, de latere schrijver van De kleine Johannes, zijn grote liefde voor en zijn kennis van de natuur - speciaal die van het Hollandse duinlandschap - hebben meegekregen.
In september 1872 werd hij leerling van de gemeentelijke h.b.s. aan de Jacobijnenstraat. In deze jaren ontwikkelde hij een sterke neiging tot zelfbeschouwing: vanaf 1875 begon hij met het bijhouden van een dagboek, wat hij de rest van zijn leven zou volhouden. Eind 1875 beschreef hij daarin het sterven van zijn schoolvriend Andries Beuninck, dat hij van nabij had meegemaakt. Het denken aan de dood, dat in Van Koele Meren des doods zo'n grote rol speelt, vindt misschien in deze ervaring zijn oorsprong.


Op 18 februari 1922 werd hij in de Sint Paulusabdij in Oosterhout gedoopt. Zijn geestelijke gezondheid ging sterk achteruit. Bij zijn zeventigste verjaardag, op 3 april 1930, werd hij door vrienden en geestverwanten uit binnen- en buitenland gehuldigd. Twee jaar later, op 16 juni 1932, overleed hij op Walden. Hij werd begraven op het R.K. kerkhof in Bussum.
Frederik van Eeden schreef lyrische en epische poëzie, romans, toneelstukken, wetenschappelijke studies, essays over literatuur en schilderkunst en brochures over politieke en sociale onderwerpen. Daarnaast hield hij zijn leven lang een dagboek bij, noteerde zijn dromen en schreef talloze brieven. Klik op Auteur voor informatie over Frederik van Eeden.
 
Hier nog een filmpje dat bij het boek past!
 

maandag 11 juni 2012

Beste lezers,

Ik zal jullie vertellen waar de Roman overgaat die werd bekroond met de Gouden Uil Prijs van de Lezer en winnaar was van de vijfjaarlijkse prijs voor proza en werd genomineerd voor zowel de Libris Literatuurprijs als de Ako Literatuurprijs. Het is een boek waar je niet mee kan stoppen tijdens het lezen.




Het eerste deel vertelt over de aankomst van Victor Hoppe in het dorpje Wolfheim. De dorpsbewoners vinden Victor eerst vreemd, er zijn veel geruchten over hem en zijn drie kinderen. Als Victor zijn praktijk aan huis opent, verdwijnt de angst voor hem en krijgen de dorpsbewoners vertrouwen in Victor Hoppe. In het tweede deel wordt duidelijk wat Victor doorstaan heeft. Hij heeft de eerste paar jaren van zijn leven als een debiel in een gesticht doorgebracht. Toch leert hij van Zuster Marthe lezen en praten, en vanaf de middelbare school heeft Victor al een interesse voor dokter worden. Victor komt terecht op een universiteit, en kiest voor een opleiding waarbij hij, naar zijn idee, levens kan geven. En zo begint hij met eerst het klonen van muizen, later van mensen. In het derde deel ben je weer een paar jaar verder, en zijn de gekloonde kinderen inmiddels vier jaar oud. Door te korte telomeren, een mutatiefout, gaat het erg slecht met de kinderen. Ze hebben nog maar een paar dagen te leven. Victor vergelijkt zichzelf met Jezus, en vindt dat hij moet boeten voor de fouten die hij heeft gemaakt. Hij eindigt, net als Jezus, aan het kruis. Met het verschil dat Jezus gekruisigd werd, Victor Hoppe deed het zelf.

Het is een echte aanrader voor degene die het boek nog niet hebben gelezen!

vrijdag 16 maart 2012

Spiegel


Spiegel.Weten jullie waar het boek over gaat? Het boek is geschreven door André Brink. Ik heb dit boek gelezen en het gaat over een Nederlandse architect die in Zuid-Afrika woont. Ik vond dit een hele spannende boek. Ik heb het boek in drie avondjes helemaal uitgelezen terwijl ik normaalgesproken er altijd zo lang over doe om een boek uit te lezen. Maar ik ga jullie helemaal uitleggen waarom ik dit boek nou zo spannend vond.

Hebben jullie ooit gehoord van emotionele spanning?

Onder emotionele spanning verstaan we het meeleven met de held waardoor gevoelens van vreugde, verdriet, medelijden en opluchting bij de lezer ontstaan. Ik leg dit jullie aan de hand van een voorbeeld en een passage uit het boek uit. Als een schurk zich bijvoorbeeld misdraagt tegenover een held, versterkt dit de emotionele spanning want je gaat meeleven met de held.  In het boek leefde ik in bepaalde stukken mee met de hoofdpersoon. Op een bepaald moment kreeg de hoofdpersoon Steve ruzie met zwervers in Kaapstad. Steve werd helemaal uitgescholden door de zwervers en er kwam ook een klein vechtpartijtje. Ze staren me allemaal aan. Wanneer ik voorbij loop, scheldt opeens een man uit het groepje: `De zwarte kut van je moer.’ In dit stuk leefde ik erg mee met Steve want ik vond het heel zielig voor hem.

Kunnen jullie nu ook bedenken wat kritische spanning is?

Onder kritische spanning verstaan we dat de lezer aan het denken wordt gezet over gebeurtenissen in een verhaal die hij niet meteen begrijpt. Bijvoorbeeld een man loopt op jongetjes af die een gevaarlijk spelletje aan het spelen zijn. Hij slaat een van de jongetjes een bloedneus. De reden waarom hij dat doet blijkt later in het verhaal: hij is bang voor kinderlokker te worden aangezien. Op dat moment is de kritische spanning opgelost. In het boek Spiegel deed Steve in een stuk heel arrogant tegenover zijn collega’s. Hij vond hun plannen helemaal niet goed en stopte het project met hun. Ik vroeg me af waarom hij nou zo arrogant moest doen en later bleek dat hij zich gewoon niet meer goed voelde nadat alles wat hij in de ochtend had meegemaakt. (Hij was een blanke Nederlandse man en eens een keer keek hij in de spiegel- wat hij elke ochtend al deed- maar dit keer zag hij dat hij opeens een donkerbruine huidskleur had. Steve vond dit heel vreemd en apart en voelde zich daarom niet goed en was helemaal versteld van wat er was gebeurd.)

Zo waren er meerdere stukken in het boek waar ik bijvoorbeeld met de hoofdpersoon meeleefde ( = emotionele spanning) of dat ik mezelf afvroeg van waarom reageert bijvoorbeeld de hoofdpersoon nou op deze manier( = kritische spanning). Hierdoor vond ik het een hele spannende boek.

In dit boek was er ook veel situationele spanning. Er was bijvoorbeeld een stukje waar de hoofdpersoon zich afvroeg hoe zijn vrouw en collega’s zouden reageren als ze zien dat ik nu opeens een donkerbruine huidskleur heb. Dit vroeg ik me ook af, dus het wat echt zo van ‘spannend’. En dit soort spanning wordt situationele spanning genoemd.

Ik hoop dat jullie nog wat hebben geleerd over alle soorten spanningen.

vrijdag 6 januari 2012

Het leven is verrukkelijk

 
Onlangs heb ik het boek het leven is verrukkelijk gelezen, hier ga ik jullie wat meer over vertellen.

Het verhaal:

Het boek gaat over twee vrienden Boelie en Mees en wat zij allemaal meemaken. Zo ontmoeten ze een meisje genaamd panda in het park. Na een tijdje rond te lopen, kopen ze een ijsje en gaan daarna een biertje drinken in een café. Ze worden achtervolgd door een oude grijsaard. Na een het drinken van een biertje besluiten ze naar het huis van Mees te gaan. De oude grijsaard gaat weer achter hun aan. Maar dan worden de vrienden geïrriteerd. Ze slaan de grijsaard neer en stelen 200 gulden van hem. Eenmaal thuis herinnert Boelie zich dat hij een interview heeft met een journalist Ernst-jan Zoon en gaat daar naar toe. Na afloop van het interview vraagt Ernst-Jan Zoon of Boelie met hem meegaat naar zijn huis want hij verdenkt zijn vrouw Etta van vreemdgaan. Hij vraagt Boelie of hij dat wil onderzoeken. Als de oude grijsaard weer tot bewustzijn komt wordt hij geholpen door Tjeerd Overbeek, een voorbijganger die zag hoe de oude man werd beroofd. De drie vrienden besluiten een feest te geven van het geld dat ze van de grijsaard hebben gestolen. Tjeerd Overbeek komt ook naar het feest en Boelie die beleeft heel wat avonturen tijdens het feest met Etta.


Over de schrijver Remco Campert:


Remco Campert is geboren op 28 juli 1929 in Den haag. Zijn vader was een dichter en zijn moeder was een actrice. De ouders van Remco gingen scheiden toen hij 3 jaar oud was. Tot 1940 woonde hij soms bij zijn moeder en soms bij zijn vader. In 1940 werd Remco geplaatst in een pleeggezin. Tijdens de oorlog in 1941 moest hij samen met zijn pleeggezin verhuizen naar Ede. In 1943 hoorde hij dat zijn vader was overleden in een concentratiekamp. Na de oorlog verliet hij zijn pleeggezin en ging samen met zijn moeder in Amsterdam wonen. Daar ging hij naar het gymnasium aan het Amsterdams Lyceum. Hij stopte eerder met zijn school opleiding omdat hij besloot om schrijver te worden. In 1950 kwam de eerste gedichten bundel uit, Ten lessons with Timothy. Tussen 1980 en 1996 heeft Remco Campert verschillende gedichten en verhalen bundels gemaakt. In 1996 kreeg Remco Campert een relatie met Deborah de Wolf. Zij zijn nu nog steeds bij elkaar. De laatste gedichten bundel van Remco Campert tot nu toe is: Nieuwe Herinneringen, uit 2007.

Remco Campert heeft ook veel boeken geschreven, hieronder zie je er een paar:
  • Zijn hoofd verliezen (1985)
  • Rustig (1986)
  • Tot Zoens (1986)
  • Eetlezen (1987)
  • Zachtjes neerkomen (1989)
  • Gouden dagen (1990)
  • Graag gedaan (1990)
  • Dansschoenen (1991)
Bronnen:


Taalgebruik:

Remco Campert speelt met de woorden. Ik denk dat hij dat heeft gedaan om het verhaal leuker te maken en om het grappiger te maken. Ik denk dat hij het ook heeft gedaan om het verhaal makkelijker te kunnen lezen. Omdat hij de woorden spelt op de manier dat je ze moet uitspreken.
Hieronder zie je een paar voorbeelden:

Teerst : Het eerst
Marry-You -Anna : Marihuana
Giegullen : Giechelen
Dzjojrijden : Joyrijden
Tsjoe-win- k'um : chewinggum
Enniewee : Anyway, hoe dan ook

Soms moest ik wel goed nadenken over wat er precies met een woord werd bedoeld. En dat was wel een beetje irritant. Zoals bij deze woorden:

Wasdom = volwassenheid
Nijslollie  =  een ijslolly
2 van ¼ tje = twee ijsjes van een kwartje (25 cent)


Extra informatie:

Als je hier op klikt vind je een documentaire over de tijd waarin het boek zich afspeelt. Ik heb de documentaire gezien en ga jullie er wat over vertellen.  

Het verhaal speelt zich af in de jaren vijftig.Nederland zit eind jaren vijftig volop in de wederopbouw. Een groep jongeren, de Rock 'n- Rollers verzetten zich tegen het hard werken en zuinig zijn.Tien jaar later breken de sixties uit en komen provo’s en hippies in opstand tegen het gezag. De jongeren hingen een beetje rond tot diep in de nacht en kwamen in verschillende jazzcafés bijeen. Daar deelden ze hun passie voor de jazzmuziek. De dames hadden donkere kleding aan en kunstzinnige oorbellen van smeedijzer in. Met een zwart potlood maakte ze hun wenkbrauwen donker en ze deden witte lippenstift op. De meeste mannen waren zwart gekleed. Ook dronken ze daar een biertje of koffie en rookten marihuana. De pleiners worden ze ook wel genoemd in de documentaire. Pleinfiguren wilden niet bezig zijn met wat de overheid wilde opleggen. De pleiners vormden een grote saamhorigheid. Je voelde verbondenheid, je sprak ook niet met elkaar af, je zag vanzelf wel wie je weer tegenkwam.